Nederland heeft een belangrijke mijlpaal bereikt in de transitie naar elektrisch vervoer, met nu meer dan 500.000 laadpunten verspreid over het land, volgens een rapport van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL). Het rapport, dat onlangs aan de Tweede Kamer werd aangeboden, omvat private, semi-publieke en snellaadpunten.
De NAL heeft de taak om voldoende laadinfrastructuur te realiseren om een snelle overgang naar elektrisch vervoer te vergemakkelijken. Volgens de NAL is het laden van een elektrisch voertuig even eenvoudig, slim en overal beschikbaar als het opladen van een mobiele telefoon.
Gerben-Jan Gerbrandy, de voorzitter van de NAL, verklaarde dat Nederland goed op weg is en tot de Europese leiders behoort als het gaat om laadinfrastructuur. Echter, er zijn nog uitdagingen te overwinnen, zoals de groei van elektrisch vervoer die de aanleg van laadinfrastructuur belemmert door netcongestie, vooral bij de uitrol van snelladers en laadmogelijkheden voor zwaar vervoer.
Tegen eind april 2023 waren er in Nederland in totaal 518.000 laadpunten, waaronder een geschatte 384.200 private laadpunten. De verhouding tussen publieke en private laadpunten verschilt sterk per regio, afhankelijk van de beschikbaarheid van eigen opritten of parkeerplaatsen bij de bewoners.
Het aantal batterij-elektrische auto's in Nederland is de afgelopen jaren sterk toegenomen, en de (semi-)publieke laadinfrastructuur heeft een vergelijkbare groei doorgemaakt. Het aantal elektrische voertuigen per (semi-) publiek laadpunt schommelt de afgelopen jaren net boven de vier voertuigen per laadpunt. Wanneer private laadpunten worden meegeteld, is het aantal elektrische voertuigen per laadpunt stabiel: 1,2 voertuigen per laadpunt.
Het tempo van het plaatsen van laadpunten is de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen, van een gemiddelde van ongeveer 400 laadpunten per maand vóór de start van de NAL in 2019 tot momenteel meer dan 1.000 publieke laadpunten per maand.
De NAL heeft aangegeven dat ondanks de vooruitgang er nog steeds problemen zijn die aangepakt moeten worden. De energiecrisis heeft geleid tot sterk fluctuerende prijzen voor het opladen van elektrische voertuigen, waardoor elektrisch rijden economisch gezien minder aantrekkelijk is geworden dan het rijden in een auto met brandstof.
Gerbrandy, de voorzitter van NAL, heeft gesteld dat zonder maatregelen die elektrische auto's financieel aantrekkelijker maken in verhouding tot auto's op fossiele brandstof, de klimaatdoelstellingen van de regering in gevaar kunnen komen. "Door de energiecrisis is het laden van een auto soms wel twee tot drie keer duurder geworden," zegt hij. "Het wegvallen van fiscale stimulering na 2025 en de hogere motorrijtuigenbelasting vanwege het hogere gewicht van elektrische auto's zal dit effect verder verergeren."
Bovendien heeft de NAL aangegeven dat de elektrificatie van de logistieke sector ook een belangrijk aandachtspunt is. Naast de eerder genoemde netcongestie zijn de huidige hoge aanschafkosten van elektrisch materieel, lange levertijden voor elektrische vrachtwagens, en de aanleg van voldoende laadinfrastructuur voor zwaar vervoer punten van zorg.
De organisatie werkt aan oplossingen om de overstap voor ondernemers naar elektrisch rijden verder te vergemakkelijken, met hulp vanuit het Rijk. Ondanks deze uitdagingen blijft het aantal laadpunten gestaag groeien, en blijft Nederland in de voorhoede van Europa als het gaat om de uitrol van laadinfrastructuur.