Den Haag · De aangekondigde afschaffing van de salderingsregeling per 1 januari 2027 in Nederland heeft voor aanzienlijke opschudding gezorgd in de zonne-energiebranche. Fabrikanten en installateurs van zonnepanelen zien hun bedrijfsmodellen bedreigd, terwijl voorstanders van de beslissing hopen op een broodnodige verlichting van het elektriciteitsnet. Dit artikel belicht de achtergrond van de salderingsregeling, de gevolgen van de afschaffing en de toekomstige perspectieven voor zonne-energie in Nederland.
De salderingsregeling stelt eigenaren van zonnepanelen in Nederland in staat om de zelf opgewekte elektriciteit te verrekenen met hun verbruik. Als bijvoorbeeld 2.000 kilowattuur (kWh) elektriciteit per jaar wordt opgewekt en 2.500 kWh wordt verbruikt, betaalt de eigenaar alleen voor het verschil van 500 kWh. Deze regeling was sinds de invoering een belangrijke stimulans voor particulieren en bedrijven om te investeren in zonnepanelen.
De beslissing om de salderingsregeling af te schaffen is gebaseerd op verschillende factoren. Een van de belangrijkste redenen is de financiële belasting van het elektriciteitsnet door de sterk gestegen invoer van zonnestroom. Energieleveranciers en netbeheerders hebben herhaaldelijk gewezen op de overbelasting van het net en de gevaarlijke instabiliteit. Bovendien leidt de regeling tot aanzienlijke inkomstendervingen door misgelopen belastinginkomsten, wat de publieke sector jaarlijks honderden miljoenen euro's kost. De afschaffing van de salderingsregeling raakt de zonne-energiebranche in Nederland hard. Veel fabrikanten en installateurs hebben hun bedrijfsmodellen en investeringen afgestemd op de bestaande regeling. Door het wegvallen van de mogelijkheid om opgewekte stroom te verrekenen, stijgt de terugverdientijd van zonnepanelen aanzienlijk. Dit kan potentiële kopers afschrikken en de markt voor zonne-energie tot stilstand brengen.
Ondanks de onzekerheid biedt de afschaffing van de salderingsregeling ook kansen. Het kan de weg vrijmaken voor innovatieve bedrijfsmodellen die gericht zijn op eigen verbruik en opslagtechnologieën. Huishoudelijke batterijsystemen, die overtollige zonnestroom kunnen opslaan en indien nodig afgeven, winnen aan belang. Deze opslagtechnologieën worden steeds concurrerender en kunnen de afhankelijkheid van het net verminderen. De politieke steun voor zonne-energie blijft sterk ondanks de afschaffing van de salderingsregeling. De Nederlandse regering is van plan om de promotie van opslagtechnologieën te intensiveren en wettelijke kaders te scheppen die het eigen verbruik van zonnestroom aantrekkelijker maken. Dit moet ervoor zorgen dat de energietransitie blijft voortschrijden en de klimaatdoelen worden bereikt.
De afschaffing van de salderingsregeling stelt de zonne-energiebranche in Nederland voor aanzienlijke uitdagingen. Tegelijkertijd opent het nieuwe mogelijkheden voor de ontwikkeling van innovatieve oplossingen en technologieën. De sleutel zal zijn hoe snel en effectief de sector zich aanpast aan de nieuwe omstandigheden en welke ondersteuningsmaatregelen de overheid biedt om de overgang te vergemakkelijken. De toekomst van zonne-energie blijft ondanks alle uitdagingen veelbelovend als alle belanghebbenden samen werken aan duurzame oplossingen.
Salderingsregeling in Duitsland
In Duitsland bestaat er geen direct equivalent van de Nederlandse salderingsregeling. In plaats daarvan ondersteunt de Wet Hernieuwbare Energiebronnen (EEG) exploitanten van fotovoltaïsche systemen door een vaste feed-in-tarief voor elektriciteit die in het net wordt ingevoerd en door zelfverbruik mogelijk te maken. Exploitanten kunnen hun overtollige zonnestroom zelf gebruiken en indien nodig invoeren in het net. Een belangrijk verschil is de EEG-heffing, die wordt geheven op zelfverbruikte zonnestroom om de energietransitie te financieren. Daarnaast vertrouwen steeds meer exploitanten op batterijsystemen om het eigen verbruik te maximaliseren en de afhankelijkheid van het net te verminderen. Beide landen streven hetzelfde doel van de energietransitie na met verschillende benaderingen.
Meer batterijsystemen in Duitsland
De verschillen in de verspreiding van batterijsystemen tussen Duitsland en Nederland kunnen worden toegeschreven aan verschillende factoren, waaronder verschillen in energiebeleid, financiële prikkels, markt- en technologiebewustzijn, evenals de structuur van elektriciteitsprijzen en netcapaciteiten. In Duitsland zijn gerichte ondersteuningsprogramma's en financiële prikkels voor de installatie van batterijsystemen ingevoerd. Deze programma's, zoals het KfW-ondersteuningsprogramma, ondersteunen huiseigenaren en bedrijven financieel bij de aanschaf van opslagsystemen. Deze prikkels ontbreken grotendeels in Nederland, wat de aantrekkelijkheid van batterijsystemen daar vermindert.
In Duitsland wordt een EEG-heffing geheven op zelfverbruikte zonnestroom, wat de economische voordelen van eigen verbruik en daarmee ook van batterijsystemen verhoogt. Door de opgewekte stroom op te slaan en later te gebruiken, kunnen exploitanten de kosten voor netstroom en de EEG-heffing verlagen. In Nederland is de salderingsregeling aantrekkelijker omdat deze het mogelijk maakt de opgewekte en ingevoerde stroom één-op-één te verrekenen met het verbruik. Dit elimineert de economische druk om het eigen verbruik te maximaliseren en vermindert de behoefte aan batterijsystemen.
De Duitse markt is meer gericht op hernieuwbare energie en bijbehorende technologieën zoals batterijsystemen door eerdere politieke maatregelen en brede publieke steun voor de energietransitie. Er is een hoger bewustzijn van de voordelen van energiebuffering in Duitsland, wat leidt tot een hogere vraag. In Nederland is dit bewustzijn minder uitgesproken en is de vraag naar batterijsystemen dienovereenkomstig lager. De structuur van elektriciteitsprijzen kan ook een rol spelen. In Duitsland zijn de elektriciteitsprijzen voor eindgebruikers relatief hoog, wat de financiële aantrekkelijkheid van eigen verbruik en batterijsystemen verhoogt. In Nederland zijn de elektriciteitsprijzen relatief lager, wat de financiële prikkel voor investeringen in batterijsystemen vermindert.
In beide landen zijn er problemen met de netcapaciteit en -stabiliteit, aangezien veel netwerken volledig bezet zijn. In Duitsland leidt dit ertoe dat huiseigenaren en bedrijven in batterijsystemen investeren om het gebruik van zelf opgewekte stroom te maximaliseren en overbelasting van het net te vermijden. Hoewel dezelfde problemen ook in Nederland bestaan en batterijsystemen daar ook kunnen helpen, blijft de prikkel om te investeren lager vanwege de economisch aantrekkelijkere salderingsregeling.